Fotogalerij: De krabbelfase

De krabbelfase

 We onderscheiden de vroege krabbelfase en de late krabbelfase.

De vroege krabbelfase

Wanneer een kind 1 tot 2 jaar oud is bevindt het zich in de vroege krabbelfase. Kinderen hebben nog geen besef van het verband tussen de bewegingen en de vormen die op het papier ontstaan. Vaak beginnen kinderen spontaan met krassen. Het geeft ze een prettig gevoel en ze willen graag laten zien wat ze allemaal kunnen. Ook kunnen kinderen beginnen met tekenen wanneer ze een volwassenen zien. Als ze een volwassenen zien schrijven of tekenen willen ze deze persoon imiteren.

De eerste krabbels zijn voornamelijk niet georganiseerd en vormloos. Kinderen maken gebruik van lijnen en cirkels die kriskas door elkaar lopen en die vaak niet binnen de vorm van het papier blijven. Ze hebben nog geen doel om iets te creëren, maar doen het vooral voor hun plezier. Achteraf kan een kind ook niet zeggen wat het heeft gemaakt. Ze oefenen vooral de motoriek en de hand-oogcoördinatie. Ze ontwikkelen wel al een voorkeur voor bepaalde vormen en kleuren, die in latere fases tot complexere vormen worden gevormd.

De late krabbelfase

Wanneer een kind 2 tot 3 jaar oud is bevindt het zich in de late krabbelfase. Kinderen hebben nu hun eerste ervaring met krassen gehad en weten nu dat krassen gevormd worden door de beweging die zij maken.

Kinderen in deze fase tekenen vanuit hun schouders, waardoor ze gebruik maken van hun hele arm tijden het tekenen (vaak beweegt het hele bovenlijf mee). Hierdoor ontstaan er krassen op het papier. Deze worden er vaak in een bepaald ‘ritme’ op gezet.

Geleidelijk worden de krassen omgezet in vormen. Doordat de fijne motoriek zich steeds verder ontwikkeld worden er meer gecontroleerde bewegingen gemaakt. Kinderen ontwikkelen een collectie aan basisvormen: kruis, cirkel, vierkant, driehoek en stippen. Vormen die echter getekend worden zijn nog niet altijd herkenbaar. Wel kunnen kinderen nu vaak benoemen wat ze hebben getekend.