kleurgebruik

Kleurgebruik is het grootste bij jongere kinderen. Tot ongeveer hen zevende jaar is kleur heel erg belangrijk. De meeste kinderen hebben een lievelingskleur. Ze gebruiken dan nog geen kleuren die met de werkelijkheid overeen komen, maar omdat ze een voorkeur hebben voor bepaalde kleuren. Denk maar aan kindertekeningen waarbij mensen de gekste kleuren hebben zoals blauw, rood of paars. Kinderen kiezen een bepaalde kleur vaker vanwege de voorkeur. Dit geldt natuurlijk alleen als het kind uit meerdere kleuren kan kiezen.

Dit kleurgebruik neemt af als het gedrag van kinderen verandert in een volgzame gedragswijze. Wat wel opvallend is, is dat redelijke en beheerste kinderen meer aandacht besteden aan de lijnen en vormen in tegenstelling met emotionele kinderen die meer gebruik maken van kleur. Wat ook nog opvalt is, is dat meisjes vaak meer kleuren gebruiken dan jongens. Dit komt door sterkere gevoelsmatige instelling van meisjes.

Als kinderen ouder worden en het intellect groeit, komen de kleuren steeds meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Dit zie je terug in de typische onderwerpen die gekenmerkt zijn door een bepaalde kleur. Kinderen tekenen bijvoorbeeld het gras groen, de lucht blauw enzovoort. Als een onderwerp niet gekenmerkt wordt met een specifieke kleur kiest het kind zelf een kleur uit. Stel een persoon heeft een groene ballon bij zich dan kan het kind toch een rode ballon tekenen, omdat hij dit mooier vindt. Het kind zal echter geen rood gras tekenen, omdat de kleur groen hier verwijst naar het onderwerp, gras.

De kleuren komen in deze fase steeds meer overeen met de werkelijkheid, maar kinderen maken nog geen gebruik van schaduw of vervaging van kleuren. Ook is er nog geen gebruik van perspectief in de tekeningen. Kleuren worden gebruikt om de schoonheid van de tekening te verhogen, duidelijk te maken wat voor voorwerp het is of een onbewuste expressie te tonen.

Dit is dus de ontwikkeling van het kleurgebruik van kinderen. In de beginfase van het tekenen, worden kleuren vooral gebruikt naar voorkeur van het kind. Daarna komen de kleuren in de tekeningen steeds meer overeen met de werkelijkheid. Ook kunnen ze duidelijk maken wat voor voorwerp getekend is of om de tekening mooier te maken.

De betekenissen van kleuren

Het gebruik van de kleur rood staat voor een vrije, ongedwongen en natuurlijke reactie bij kleuters. Denk maar aan liefde dat vaak gecombineerd wordt met rood. Ook kan het een uitdrukking van agressie zijn, maar dan zijn er in heftige strepen over het gehele papier en over andere kleuren heen getekend.

Groen is de complementaire kleur van rood. Dit is te zien in de expressieve waarde. Kinderen die veel groen gebruiken, zijn vaak stiller en voorzichtiger.  Bij groen kan je ook denken aan genezing, bescherming, beleefdheid, natuur enzovoort.

Ook oranje wordt vaak gebruikt door de verlegen kinderen. Het is namelijk een verzachting van de kleur rood.

De kleur blauw staat voor de ontwikkeling van de kleuter van een emotioneel en impulsief gedrag naar een volgzame gedragswijze. Blauw heeft dan ook een verband met de neiging om ‘groot’ te worden. Bij lichtblauw kun je ook denken aan helder, wijsheid, zachtheid enzovoort.

Tegenover blauw staat geel. Kinderen die veel geel gebruiken, zoeken bescherming en/of aandacht van volwassenen. Geel is dus vaak een weerspiegeling van aanhankelijk gedrag. Een goed voorbeeld is als een kind een broertje of zusje krijgt. Je ziet dan dat er veel meer geel dan blauw gebruikt wordt. Dit wijst dus op de aandacht die het kind wil van de ouders.

De kleur bruin zie je bij kinderen die de behoefte hebben aan smerigheid. Vaak gaat dit samen met een afwisseling van blauw. Blauw staat zoals gezegd voor volgzame nette gedrag. Het afwisselen van bruin en blauw betekend dus vaak een schommeling tussen het vuile uit en de wil tot netheid.

Zwart  staat voor angsten en wordt dan vaak gebruikt. De kleur heeft dan geen vormgevingsmiddel maar wordt dan gebruikt om de tekening op te vullen. Denk bij zwart aan dood, rauw, negativiteit.

Natuurlijk zijn dit waarnemingen opgedaan uit onderzoeken, maar dat wil niet zeggen dat het altijd moet kloppen. We moeten er namelijk rekening mee houden dat kleur nooit helemaal neutraal is en dat iedereen een bepaalde mening heeft over kleuren. Als er bijvoorbeeld gebeurtenissen zijn opgedaan gebonden aan een kleur kan dat een totaal ander gevoel opleveren dan hierboven beschreven. Dus mogen we absoluut niet alles gaan generaliseren met deze opgedane waarnemingen. Ze kunnen wel bijvoorbeeld een bevestigende rol spelen bij andere waarnemingen uit het kleuterleven.